Als pubermoeder fungeer ik voornamelijk als pinautomaat, taxichauffeur, kamermeisje en als object waar je als puber tegenaan kunt klagen. Inmiddels ben ik aardig gewend aan mijn rol, maar ik kijk met weemoed terug naar de tijd dat ze met een kapotte knie op me af gerend kwamen en dat één kusje van mama alle verdriet en pijn deed verdwijnen. Dat ik daarna met een krijsend kind onder de ene arm en een veel te zwaar fietsje onder de andere vanuit de speeltuin naar huis moest vergeet ik voor het gemak. De speeltuin is alweer lang geleden. Als de pubers er nu hangen doen ze dat in ieder geval zonder hun moeder.
Vandaag moest ik naar de reumatoloog met Marjolein. Na lang moeilijk doen bij huisarts en revalidatiearts eindelijk verder, op zoek naar een diagnose. Het is niet normaal dat een meid van 19 altijd pijn heeft en niet gewoon een paar uur kan lopen. We willen weten wat er aan de hand is en Marjolein wil zich gehoord voelen en niet het gevoel krijgen dat de arts haar maar een zeurkous vindt. Dat gevoel heeft ze al teveel gehad. Dus wat doe je dan als moeder? Dan ga je mee. Mijn puber moet het zelf doen, maar ik ga mee om te steunen en waar nodig bij te sturen. Dus: thuiswerkkloffie uit, nette kleding aan. Oorbellen in, lippenstiftje op, daar stá ik. Ik laat mijn kind niet met een kluitje in het riet sturen vandaag! Vlak voor we gaan vraagt manlief aan de puber waarom ze toch altijd haar sweater ín de spijkerbroek doet. Erover is toch veel mooier? Ik ben het roerend met hem eens maar houd wijselijk mijn mond. Pubers kleden zich zoals zij willen en commentaar van pa en ma is niet gewenst. “Pap, dit zit veel lekkerder en ik vind het niet lelijk. Bovendien, moet je mam zien, die loopt in een oude jurk met die stomme laarzen en die rare oorbellen. Moet je nodig iets over mij zeggen!” Daar sta je dan met je goede gedrag. Gelukkig ben ik ervaren genoeg als pubermoeder om me hier niks van aan te trekken.
Eenmaal bij het ziekenhuis aangekomen doe ik mijn mondkapje op. Oei! Uitkijken dat mijn oorbellen niet loskomen. Wacht… wie ziet nu mijn mooie lippenstift nog achter mijn mondkapje? Niet helemaal goed over nagedacht mams! Ik heb de slappe lach als we het ziekenhuis binnenlopen terwijl mijn puber me op z’n pubers, met één opgetrokken wenkbrauw, aankijkt. Gelukkig neemt de dokter haar serieus. Ondanks mijn kleding was ze toch wel blij dat ik erbij was, twee horen meer dan een en het blijft altijd spannend, zo’n doktersbezoek. Het bleek een zegen dat ik ook met bloed prikken mee naar binnen mocht. Iedere keer als ze bijna over haar prikangst heen is gaat er wat mis, dat is niet helpend. Deze keer moesten er drie prikdames aan te pas komen om twee buisjes bloed uit het kind te halen. Het eerste vat dat aangeprikt was gaf bijna geen bloed af dus moesten ze in haar andere arm, om het eczeem heen, een tweede vat zoeken. De derde dame die erbij geroepen werd keek en klopte even en stak rigoureus de naald in het vat. Het liep als een tierelier. Twee pijnlijke armen later waren we buiten. Helaas was alles dicht, dus een ijsje zat er niet in.
Een paar uur later zet ik Annemiek af bij de mondhygiënist. Dat was nog even een dingetje, want blijkbaar had ze die ochtend op het online formuliertje aangegeven dat ze coronaklachten had. Die had ze niet, anders had ik haar niet naar school laten gaan. Eén telefoontje naar de tandarts later mocht ze, tot haar grote verdriet, toch gewoon komen. Mama hoeft niet meer mee, dit kan ze echt wel zelf met haar 15 jaar. Een uurtje later komt mijn kleine grote puber alweer binnenlopen. “Mam, we moeten even bellen want ik heb twee gaatjes en ik weet mijn toetsrooster niet uit mijn hoofd.” Prima, meteen bellen dan. Toetsrooster erbij en de tandarts op de speaker. Ineens kijkt ze me met grote ogen aan en fluistert: “Mam, je gaat wel mee hoor! Gaatjes vullen heb ik nog nooit gehad en dan wil ik echt niet alleen!” Natuurlijk ga ik mee, ik schuif wel wat met werken die dag.
Als beloning voor alles wat vandaag gebeurd is laat ik papa met de dames belegde broodjes halen. Papa blij, dames blij en mama dubbel blij want ik ben blijkbaar af en toe toch nog nodig én ik hoef niet te koken vandaag. Win-win situatie, niks meer aan doen!
Kaat