Soms twijfel ik aan mezelf als moeder. Zou ik niet beter dit… Moet ik niet dat… Had ik niet zus… Of misschien zo… Toen Annemiek in haar überpuberperiode zat en dingen deed die de meeste pubers niet in hun hoofd halen, gaven de betrokken hulpverleners aan dat ik het goed deed. Dat gaf moed, maar dat twijfelbeestje is altijd ergens in mijn hersenpan aanwezig.

Wat ik de afgelopen jaren geleerd heb is dat ik niet moet luisteren naar reacties zoals ‘Als het mijn kind was dan…’ gevolgd door opmerkingen over pubers die écht niet naar buiten zouden mogen, die hun huiswerk wél zouden maken, die dit en die dat. Bij het ene kind werkt een bepaalde aanpak, bij een ander niet.  Alle kinderen zijn anders en ze doen ieder op hun eigen manier levenservaring op, daar ben ik inmiddels wel achter.

Annemiek was (en is nog steeds) een meisje dat leert door fouten te maken en steeds opnieuw haar neus te stoten. Zelfs als we haar aanraden een deur te gebruiken om naar buiten te gaan en we het hele huis behangen met matrassen zodat ze zich nergens aan kan stoten, maakt ze alsnog een gat in het dak om door naar buiten te klimmen. Pas nadat ze bijna haar nek breekt komt ze tot de conclusie dat die deur misschien toch niet zo’n heel slecht idee van ons was.

Na vier jaar balen op de middelbare begon Annemiek vol goede moed aan een mbo-opleiding. Nu ze, omdat ze niet voldeed aan de aanwezigheidsnorm vanwege ziekte, haar tweede jaar over moest doen daalde haar motivatie tot ver onder het nulpunt. Dat school er een warboel van maakt met onduidelijke regels en afspraken helpt niet. Een paar weken geleden vertelde Annemiek dat ze wilde stoppen met school. Ze wil gaan werken tot ze weet wat ze wel wil. Manlief en ik zagen dit al een tijdje aankomen, blij zijn we er niet mee. Het liefst had ik mijn arm uitgestrekt richting school en heel hard geroepen ‘Niks ervan, je haalt je diploma en daarmee basta!’ Maar dat werkt natuurlijk voor geen meter. ZIJ moet het doen, niet ik. Ze moet haar eigen pad bewandelen. Het zou mij niet verbazen als ze eerst een paar jaar werkt en later, met wat meer levenservaring, pas weer aan een opleiding begint.

Natuurlijk knaagt dat twijfelbeestje. Had ik strenger moeten zijn? Vroeger dingen anders moeten aanpakken? Had ik niet dit, of juist dat? Mijn oma zou zeggen: ‘Heb ze maar groot, voer ze maar taartjes!’ Eigenlijk heeft ze gelijk. Ik mag best een beetje teleurgesteld zijn over het pad dat ze kiest, maar ik zal haar steunen op de weg die ze kiest. Eén voordeel zou het wel kunnen hebben: als ze eenmaal in de grotemensenwereld werkt is het pubergedrag misschien snel verleden tijd. Hoop ik. Voorlopig geef ik Annemiek even de tijd om op haar manier werk te vinden. Toch denk ik niet dat m’n twijfelbeestje snel uit mijn hoofd verdwijnt, het roept alweer dingen over zus of zo reageren op haar zoektocht naar werk. Ik negeer het beest voorlopig zo goed mogelijk. Hebben jullie ook zo’n twijfelbeestje in je hoofd?

Liefs, Kaat

Door Kaat

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *