Een gesprek voeren met pubers kan ingewikkeld zijn. Als je iets van ze vraagt krijg je het standaardantwoord: “Dat doe ik straks wel.” Volgens het woordenboek heeft ‘straks’ twee betekenissen: ‘over enige ogenblikken’, of ‘binnenkort’. Uit de definitie die de puber aan ‘straks’ geeft (meestal bedoelt hij er ‘nu in ieder geval zeker niet’ of ‘na de puberteit’ mee) leid ik af dat de pubers van tegenwoordig zelden een woordenboek raadplegen. De Van Dale in mijn boekenkast zou stof staan te happen als ik ‘m niet af en toe eens uit de boekenkast haalde, mijn kinderen weten hem niet eens te staan. Ook als je pubers serieuze raad geeft (“Denk aan je pil voor jij en je vriendje gaan slapen!”) raken ze meestal zwaar geïrriteerd.
Tijdens gesprekken hebben mijn pubers het liefst afleiding in de vorm van hun mobiele telefoon. Ze houden bij hoog en laag vol dat ze toch wel horen wat ik zeg. Maar als ze uit zichzelf met mij komen praten en ik heb mijn telefoon in mijn handen dan luister ik niet want: “Jij bent ook altijd op dat ding bezig.” Een kwestie van perceptie. Toch werkt afleiding vaak goed als je wat wil bespreken. De beste gesprekken met mijn pubers heb ik in de auto. Ze komen dan zelf met dingen waar ze echt mee zitten. Toen Marjolein me een paar jaar geleden vertelde dat ze op meisjes valt reed ik in de spits op een driebaans gedeelte van de A2 met links, rechts en voor me vrachtwagens. Hele grote vrachtwagencombinaties. Van helemaal ingesloten zijn door vrachtwagens word ik een tikkeltje nerveus, dus op dat moment had ik geen tijd om over een tactisch antwoord na te denken maar reageerde ik rechstreeks vanuit mijn hart: “Goed schat, als jij maar gelukkig word en ik kleinkinderen krijg vind ik het allemaal prima.” Dat van die kleinkinderen is natuurlijk geen eis maar dat haalde de spanning er wat af, over dat op meisjes vallen heb ik verder nooit een punt gemaakt. Later heb ik haar wel gevraagd om moeilijke onderwerpen (“Mama wil jij begraven of gecremeerd worden?”) niet aan te snijden als ik op de snelweg ingeklemd zit tussen een paar vrachtwagens. De kleinkinderen zijn trouwens al uitonderhandeld: ik heb plechtig beloofd dat kleinkittens ook welkom zijn.
Mijn ervaring als pubermoeder leert me dat de toon waarop ze praten (pubers stoten een soort boze, snauwerige klanken uit, vaak bestaand uit korte repeterende klinkers zoals “Jaahaa”) helaas de manier is waarop ze zich het makkelijkst uiten. Dit is niet bedoeld als persoonlijke aanval op de luisteraar (meestal hun moeder). Ook heb ik geleerd dat de dingen die je tegen je pubers zegt maar waar ze totaal niet op lijken te reageren, vaak wél ergens in hun brein blijven hangen.
Als ik Annemieke ergens naartoe breng zeg ik halverwege de rit ineens: “Daar komt ie weer!” Ze weet al sinds de basisschool dat ze de riedel die dan volgt het beste over zich heen kan laten komen: protesteren of onderbreken betekent dat ik opnieuw begin. Mijn ‘riedel’ is afgestemd op de situatie, overgoten met een dosis humor, beetje uptempo uitgesproken. Een voorbeeld van toen ik haar met een vriendin bij een pretpark afzette: “Bij elkaar blijven, let op elkaar. Ook als je ruzie krijgt blijf je bij elkaar. Let op je portemonnee en je telefoon en op die van de ander. Geen dingen doen die ik ook niet zou doen. Om zes uur op de afgesproken plek dan kom ik jullie halen. O ja en niet met vreemde mannen meegaan, ook niet als ze zeggen dat ze thuis een schattige puppy hebben. Veel plezier!”
Als laatste gooi ik er dus iets met een knipoog tegenaan. Al mijn waarschuwingen stop ik in de riedel, de rest van de autorit praten we over andere dingen. Op deze manier kan ik zeggen wat ik wil, zonder dat mijn puber chagrijnig uitstapt. Geloof het of niet, maar het meeste blijkt echt ergens in haar koppie te blijven hangen. Ik zou zeggen: probeer het zelf eens uit! Laat je me weten hoe jouw puber hierop reageert?
Groetjes, Kaat
Deze blog in iets andere vorm gepubliceerd op de Facebookpagina’s van Moeders van Tieners en Pubers.
Meer lezen? Laat je e-mailadres achter en je krijgt een bericht als er een nieuwe blog online staat.
Whoe-ha
Zo leuk beschreven weer!
Naast elkaar zitten, kijkend naar iets op het scherm van een computer, is soms ook een goede optie bij moeilijke onderwerpen
Hihi wat leuk! Echter kan ik je pas over ongeveer 10 jaar een antwoord geven.
Je bent n top-mama met humor