Vlak voor m’n operatie had ik het huis goed gepoetst, zodat manlief en dochter het zes weken een beetje moesten bijhouden tot ik weer alles zou kunnen. Vlak na m’n operatie kwam een buurvrouw op de koffie, ze bood aan om eens per week te komen helpen. Wij zijn gewend onze eigen boontjes te doppen, dus hulp accepteren was niet makkelijk. Bovendien was ik niet eens echt ziek! In m’n omgeving hebben mensen het veel zwaarder met echt zware operaties, chemo en dat soort nare dingen. Zij doen het ook zelf, dus waarom wij dan niet? De buurvrouw hield voet bij stuk met de mededeling dat toen haar man er een hele tijd uit lag, ze het ook heel fijn vond dat er iemand haar huis bijgehouden had. Uiteindelijk sloten we een soort compromis: zij beneden, badkamer en slaapkamers kwamen voor rekening van manlief en Annemiek.
Zeker de eerste keer dat de buurvrouw kwam poetsen voelde erg ongemakkelijk: ik aan de tafel met een puzzelboekje en zij met de poetsspullen m’n halve huis door. Het enige wat ik kon doen was zorgen dat het vooraf opgeruimd was en koffie zetten, uiteraard met wat lekkers erbij. De tweede keer voelde al wat minder ongemakkelijk. Voor mij dan, manlief bleef het ongemakkelijk vinden. Als hij dat benoemde naar de buurvrouw kreeg hij een vrolijk: “Ja, dat weet ik, maar dat is niet erg, ik doe het toch!” te horen. Ik moet eerlijk bekennen dat ze grondiger poetst dan ik. M’n bankstel zuig ik ook wel eens, maar niet iedere week en ook m’n schilderijen doe ik niet wekelijks helemaal af. Na zes weken mocht ik van de arts alles weer oppakken, maar de buurvrouw kwam toch nog een zevende keer. “Rustig aan opbouwen meid!” zei ze. Voor ze kwam had ik al bijna alle vlakke oppervlakken (en uiteraard ook de schilderijen!) afgenomen, zodat ze dat niet meer hoefde te doen en een stuk sneller klaar zou zijn. Dat was maar goed ook, want het eerste wat ze zei toen ze binnenkwam was “Jij hebt al genoeg gedaan vandaag, nu niks meer doen hoor!” Ik heb m’n aanrechtblad stiekem schoongemaakt. Dat moest toch nog en zo liep ik haar niet in de weg. Vlak voor ze weg ging kwam manlief thuis, dus sloten we deze zeven weken dankbaar samen af met een kopje koffie en wat lekkers.
Was het nodig dat de buurvrouw hielp? Nee, we hadden het samen ook gered. Het was wel minder schoon geweest dan nu en ik was zeker langer bezig geweest om alles bij te krijgen. Manlief werkt bijna altijd thuis, hij draait veel uren maar hij kookte iedere dag, maakte de keuken schoon en wat hij zag liggen ruimde hij op. Uiteraard kijkt hij naar het huishouden zoals mannen en pubers dat doen: spullen op de trap lijken daar te horen, het idee dat die mee naar boven moeten komt niet in hun hoofden op. Ook spullen die op de eetkamertafel, de salontafel of voor de boekenkast gelegd worden lijken in hun ogen op die plek hun definitieve bestemming gevonden te hebben. Een jas kán op de kapstok, maar over een stoel is ook geen probleem. Gelukkig mocht ik twee weken na m’n operatie voorzichtig weer wat rommeltjes ruimen! Annemiek heeft vijf volle dagen school/stage, een bijbaantje in het weekend en een vriendje dat ze ook graag ziet, haar weken zijn meestal snel gevuld. Tel daar nog een dag of tien migraine bij op in de maand; ik ben al blij dat zij bad- en slaapkamers enigszins bijgehouden heeft.
Ondanks dat het niet per se nodig was, vond ik het eerlijk gezegd wel heel fijn dat de buurvrouw geholpen heeft. Nu kan ik zelf weer verder zonder dat ik eerst grote schoonmaak moet houden. Eens kijken of ik de schilderijen vanaf nu net zo schoon weet te houden als de buurvrouw!
Liefs, Kaat
Oh wat een lieverd die buuf!
En wat fijn Kaat. Nu inderdaad zelf rustig verder gaan met die schilderijen (en de rest natuurlijk)
Oh wat een lieverd die buuf!
En wat fijn Kaat. Nu inderdaad zelf rustig verder gaan met die schilderijen (en de rest natuurlijk)