Hoe lang is het geleden dat je een handgeschreven brief hebt gehad? Een echte brief, op mooi papier, door de postbode gebracht? Ik al jaren niet meer. Vroeger was dat wel anders: de postbode kende me, zo vaak kreeg ik post. Vanaf dat ik kon schrijven correspondeerde ik. Met een achternichtje van mijn moeder. Met mijn peettante en peetoom in Zwolle. Met mijn nichtjes. Met verschillende penvriendinnen. Het was een feestje als er een brief voor me lag als ik uit school kwam.

Op de middelbare school schreven we (uiteraard tijdens de lessen) brieven naar elkaar, die gaven we tijdens de pauzes door. Brieven schrijven maakte elke saaie les draaglijk. Bovendien was het een goede manier om met alle puberperikelen om te gaan. Al schrijvend deelden mijn vriendinnen en ik lief en leed, vonden we oplossingen voor onze problemen, steunden we elkaar en vertelden we over de jongens die we leuk vonden en wat we van de leraren vonden. Die leuke jongens schreven we ook wel eens brieven, maar volgens mij schreven die nooit terug. Je moest wel uitkijken dat de leraar de brief die je tijdens zijn les aan het schrijven was niet in handen kreeg want dan kon hij alles lezen!

Na de middelbare correspondeerde ik steeds minder. Het contact met mijn penvriendinnen verwaterde. Werk, huisje-boompje-beestje, geen tijd meer om brieven te schrijven. De opkomst van het Internet maakte dat je op hele andere manieren met elkaar in contact kon komen. Eerst was er natuurlijk Hyves, later Facebook. Mijn Facebookaccount heb ik aangemaakt toen ik bij de peettante van Annemiek op bezoek was. “Dat is leuk,” zei ze, “Veel leuker dan Hyves. Moet je ook doen!” Eerst was ik sceptisch, later ging ik het medium waarderen. Tegenwoordig is het dé manier om contact te houden met mensen die ik anders uit het oog zou verliezen. Ook leuk, al is het heel anders dan het brieven schrijven van vroeger.

De postbode komt nog maar een paar keer per week. Met een beetje mazzel stopt hij een kaartje in de brievenbus, maar meestal brengt hij alleen saaie post. Ergens is dat wel jammer, ik vond het schrijven van een brief bijna net zo leuk als het wachten op antwoord. Iedere keer als ik mijn brievenbus open hoop ik dat er iets leuks in zit, meestal heb ik pech. Handgeschreven brieven brengt de postbode nooit meer, dat is iets uit een vorig tijdperk volgens mijn pubers.

Laatst besefte ik dat de pubers gelijk hebben. Alles wat meer schrijfwerk is dan een boodschappenlijstje, een kaartje of een notitie, schrijf ik via een toetsenbord. Zelfs kaartjes schrijf en verstuur ik af en toe digitaal. Laatst schreef ik een ouderwetse brief naar mijn tante in Duitsland. Mijn arm verkrampte, mijn vingers deden moeilijk, mijn nek ging pijn doen. Langzaam daalde het besef in: ik ben lang schrijven niet meer gewend. Dat deed pijn. Letterlijk en figuurlijk. Ik ben mezelf niet zonder pen en papier in de buurt, maar blijkbaar is mijn fysieke schrijfconditie hopeloos verouderd. Help!!!

Door Kaat

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *