Vanaf het moment dat mijn kinderen geboren werden, praatte ik volop tegen ze. Zodra ze van die dikke kartonnen boekjes konden vasthouden en plaatjes konden kijken startte ik met voorlezen. Het hoorde bij het bedritueel, maar ook overdag zat ik vaak samen met een kind op de bank (voor) te lezen. We startten met prentenboeken, we keken naar de plaatjes en praatten we samen over de tekeningen en het verhaal. Dikkie Dik was favoriet bij de jongste. Later volgden voorleesboeken zoals Jip en Janneke, Iris en Michiel, Kolletje, Pluk van de Pettenflet, Abeltje, maar ook dikke boeken zoals de GVR van Roald Dahl. We lazen iedere avond een hoofdstuk (of twee, of drie.) Toen de dames zelf gingen lezen lazen we vaak samen in een boekje, maar we sloten altijd af met een voorleesverhaaltje of een hoofdstuk uit een dik boek. Omdat mijn meiden bijna vier jaar schelen lazen we ze om de beurt voor. Het was echt tijd voor het kind en papa of mama alleen.

We hadden één dik kartonnen boek met tekeningen van dieren met de dierennaam eronder. Zo leerden de meiden spelenderwijs verschillende dieren kennen. Het eerste plaatje was een gewoon dier, welk dier is me niet bijgebleven. Het was waarschijnlijk een koe, een schaap of een kat. Het tweede plaatje uit dat boek vergeet ik nooit meer: rivierkreeft. Rivierkreeft! Dat ze kreeft in een boekje met eerste woorden zetten vind ik al bijzonder, maar rivierkreeft? Het zal aan mij liggen, maar ik heb nog nooit zo’n beest gezien, laat staan dat ik dát beest als een van de eerste dieren aan mijn kind zou leren. Maar goed, na een paar keer het boek doornemen kenden mijn kinderen de rivierkreeft bijna beter dan ik.

Toen ik klein was haalde ik eindeloos ‘Rijmpjes en versjes uit de nieuwe doos’ van Annie M.G. Schmidt uit de schoolbibliotheek. Het allermooist vond ik het rijmpje over konijnen op een boot. Mijn ouders moesten dat eindeloos voorlezen. Voor ik ging slapen zeiden we samen dat versje op. Toen mijn oudste geboren werd kreeg ik dát boek als kraamcadeau. Uiteraard las ik dat versje ook iedere avond voor als mijn meiden gingen slapen. Het boek staat nog steeds beneden in de boekenkast.

We hebben onze meiden voorgelezen tot ze het niet leuk meer vonden. Ze mochten van kleins af aan nog een paar minuten lezen als wij hun kamer verlieten. Als ze niet konden slapen moesten ze in hun bed blijven, ze mochten dan lezen. Wat ze lazen maakte niet uit. Ik heb nooit rekening gehouden met AVI-niveaus of wat dan ook. Ze mochten lezen wat ze wilden. Dáár ging het me om: dat ze lezen net zo leuk zouden gaan vinden als ik.

Mijn kinderen hadden al vrij jong een grote woordenschat. Ik heb er nooit bij nagedacht dat het kletsen en het vele voorlezen hiertoe bijgedragen heeft. We deden dat niet met allerlei pedagogische ideeën in ons achterhoofd, maar gewoon omdat we voorlezen leuk vonden en omdat we de meiden graag bij veel dingen betrokken.

Steeds vaker hoor je dat kinderen al een taalachterstand hebben als ze op de basisschool beginnen. Kinderen hoeven echt niet te kunnen lezen en schrijven, maar een basiswoordenschat is wel belangrijk om te kunnen groeien. Laatst kreeg ik de vraag: hoeveel woorden hoort een jong kind per uur? Het antwoord verraste me. Een kind uit een gezin met zwijgzame ouders hoort 615 woorden per uur. Een kind uit een gezin met ouders die een gemiddelde hoeveelheid praten, hoort 1.251 woorden per uur. Een kind uit een gezin met praatgrage ouders hoort 2.153 woorden per uur. Een verschil van meer dan 1500 woorden tussen weinig of veel praten!  

Om kinderen te helpen bij wie professionals (zoals scholen, peutercentra en logopedisten) signaleren dat zij een grote kans lopen om met een taalachterstand in het onderwijs te starten, is de VoorleesExpress in het leven geroepen. Deze stichting zorgt ervoor dat kinderen met een taalachterstand extra aandacht krijgen. Een half jaar lang gaat een vrijwilliger (vanuit de bibliotheek) met hen, en hun ouders, aan de slag met taal en (voor)lezen. Laatst heb ik me als vrijwilliger aangemeld bij dit project. De training heb ik al gehad, hopelijk word ik na de zomer aan een gezin gekoppeld. Dan kan ik op zoek naar leuke (prenten)boeken om voor te lezen en naar leuke taalspelletjes. Tips zijn altijd welkom!

liefs, Kaat

Door Kaat

2 gedachten over “De VoorleesExpress”
  1. Geweldig Kirsten en bizar wat een verschil tussen zwijgzame en praatgrage ouders, maar eigenlijk logisch. Zo mooi dat je als vrijwilliger aan de slag gaat! Dat kindje gaat genieten van jou en de verhalen die jullie gaan delen, zonder te weten dat haar woordenschat zo vergroot wordt… Mooi mens ben je !!!

  2. Hi Kaatje fijn dat jij het belang van voorlezen en praten met kinderen zo duidelijk omschrijft. Dat maar veel kinderen/gezinnen mogen genieten van jouw voorleessessies en tips… Dikke zoen van je (logo)nicht!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *