Van kleins af aan heb ik een zekere angst voor water. Toen ik net kon lopen heeft oom George me van de verdrinkingsdood gered. Hij zat aan de tuintafel te praten met mijn moeder en mijn oma en stond halverwege zijn verhaal ineens op om mij uit het badje te hijsen waar ik net voorover ingevallen was. Hij zette me rechtop op mijn korte pootjes en vertelde vrolijk verder. Ik schijn gewoon verder gespeeld te hebben. Of mijn angst voor water hiermee begonnen is weet ik niet. Wie zal het zeggen?
Leren zwemmen ging in ieder geval niet van een leien dakje. Ik had les in zo’n zwembad met een aflopende vloer. We werden watervrij gemaakt door spelletjes te doen in het water. Allemaal een handje geven, in een kring, zingen en rondlopen. Klinkt leuk, maar ik was een behoorlijk ukje toen ik vijf was, alle kindjes liepen mooie rondjes alleen Kaatje ging als enige steeds kopje-onder in het diepere gedeelte. Ouders mochten in die tijd niet blijven kijken en ik hield tegen mama vol dat het echt heel leuk was, zwemles. Na een paar lessen heeft de badmeester mijn moeder geadviseerd om te stoppen en het over een paar jaar te nog eens te proberen, als ik langer en minder bang was. Een tijdje later moest ik weer op zwemles. Bij Ronald op Mariaoord. Het zwembad was van het revalidatiecentrum en was overal even diep. Kaatje-kan-niet-staan-diep. Ronald wist van mijn angst, dus zijn moeder, die samen met hem lesgaf, heeft mij de eerste tijd apart genomen en met mijn buik op een krukje droog leren zwemmen. Nou ja droog, meer nat van het angstzweet. Toen het moment daar was dat ik met twee rijen kurken om mijn middel in het zwembad moest springen dacht ik “Al die kindjes komen boven met die kurken, als ik toch verdrink haalt hij me er met de haak wel uit.” Je raadt het al: ik heb het overleefd. Na een kleine eeuwigheid haalde ik mijn A-diploma (mét het tegeltje) in het grote zwembad van Rosmalen. Toen vond mijn moeder het genoeg en mocht ik op turnen. Stukken leuker en lekker droog!
Mijn B-diploma heb ik tijdens het schoolzwemmen gehaald, C haalde ik net niet omdat ik niet begreep dat ik bij borstcrawl naar de zijkant moest kijken om adem te halen. Toen dat werd uitgelegd zal ik wel aan het dagdromen geweest zijn. Jammer, want toen ik het eenmaal doorhad kon ik het zonder problemen. Ik kan dus zwemmen, maar echt leuk vind ik het nog altijd niet. Het liefst blijf ik daar waar mijn voeten in de buurt van de grond komen, alleen met baantjes zwemmen kom ik in het diepe. Helaas ben ik van een ukje uitgegroeid tot een uit de kluiten gewassen tuinkabouter, dus heel diep kom ik niet.
Wij woonden in de Bommelerwaard in een dorpje pal aan de Maas, dus ik was gewend om grote hoeveelheden water te zien. In de winter stonden de uiterwaarden er vol mee. Mooi vond ik dat. In 1995 werden wij geëvacueerd vanwege de dreiging van het water. Als de dijken zouden breken zou ons huis 5,40m onder water komen te staan. Dit hield in dat alleen de zolder gedeeltelijk droog zou blijven. Het was extreem raar om alles boven te zetten en een weekendtas in te pakken met… ja met wat eigenlijk? Studieboeken en wat kleiding. De fotoalbums lagen bovenop mijn kast op zolder. Ik moet er niet aan denken wat er gebeurd zou zijn als het water echt gekomen was. We gingen als een van de laatste mensen weg uit het dorp. De evacuatie heeft veel indruk op me gemaakt. Het was zo stil, in mijn herinnering hoorde je zelfs geen vogels fluiten.
Sinds die tijd word ik een beetje naar als ik veel water zie. Toch vind ik het heerlijk om met de pont naar mijn tante in Heusden te gaan. Ook kan ik genieten van een vakantie aan de Belgische kust. Maar: “Niet verder dan je billen de zee in dames!” Water en Kaat, het blijft een ingewikkelde combinatie. Toch laat ik me niet uit het veld slaan. Vorige zomer zouden we een cruise gaan maken over de Oostzee. Helaas gooide corona roet in het eten. Wie weet komt het er volgende zomer wel van. Zie ik het zitten? Absoluut niet. Ga ik het doen? Zeker wel! Je moet nu eenmaal risico’s nemen in het leven. De Duitse filosoof Friedrich Nietzsche zei in 1888 “What doesn’t kill me, makes me stronger.” Dat is een waarheid als een koe. Welke angst wil jij overwinnen?
Kaat
Meer lezen? Abonneer je op mijn pagina dan krijg je bericht als ik een nieuwe blog geplaatst heb.
Hoi! wat leuk dat je daar zo open over bent 🙂 ik heb hoogtevrees en ben doods bang voor naalden… maar of ik dat echt wil overwinnen? .. NEE dank u! Ik vermijd liever hoge torens en ziekenhuizen en dat vind ik helemaal prima 😀
Hoogtevrees heb ik niet, ik zie geen diepte dus waarschijnlijk helpt dat wel. Bovendien komen die relingen op uitkijktorens altijd tot mijn borst ofzo. Ik ga niet op het puntje van een rots de diepte in kijken, maar dat is meer lijfsbehoud dan wat anders denk ik. En naalden… zo veel geprikt als kind dat ik daar niet echt warm of koud meer van word. Niet dat het mijn hobby is om geprikt te worden, maar er tegenop zien doe ik meestal niet.
5 jaar lang zo goed als iedere doordeweekse dag zowel de hoogte in als over snel stromend water is je toch gelukt! 🙂
’95 herken ik wel. Heb er geen angst van, maar wel aparte herinneringen. Van thuiskomen op de fiets, snel met mn vader het bed op de 1e verdieping zetten, en daarna met een paar boterhammen direct weer weg met de fiets, weekend tas en boekentas, met de fiets in de trein naar oom en tante in Son en Breugel. En terwijl je fietst, rijen met auto’s die allemaal de polder uit moeten…
Gelukkig geen doorbraak – al was het wel close begreep ik later. Niet de dijken van de Bommelerwaard, maar wel die van de Tielerwaard. Zodra die zouden gaan zou de dijk langs de Rijn doorgebroken worden. Heftig, maar gelukkig dus niet.
Ja dat fietsen vond ik heerlijk. Was over het water en niet erin 😉 Wij zijn ook wel eens samen gaan zwemmen in de Afgedamde Maas, dat was zo leuk! Zo lang ik maar niet te diep of te ver van de kant ga is het prima te doen. Ik liep in ’95 stage op het JBC, was daar met de bus maar die reden niet terug, ik denk dat er toen stakingen waren ofzo. Bij Anton achterop terug naar huis gefietst. Was een vreemde tijd inderdaad. Mijn zusje zat bij een vriend in Den Bosch vlak bij school, mijn ouders en ik bij mijn tante en oom in Oudheusden, ik ben een paar dagen later naar Zuid-Limburg gegaan. Mam heeft nog een video van de brandweer uit ons dorp met beelden van toen, heel bijzonder om te zien.
Hi Kaat wat een leuk verhaal weer.
Nou ben ik wat ouder dan jij maar zwemles was een crime vroeger!
Als je niet in het diepe durfde te springen werd je er gewoon ingeduwd. En dan riep de badmeester: “In die water, in die water, nu!”
Hij kwam uit Duitsland en dat maakte het kennelijk nog spannender voor mij. Door hem durfde ik ook niet te duiken, ik vertrouwde hem voor geen cent!
Sommige kinderen gingen huilen en die moesten dan nóg een keer springen.
Ik hield mijn tranen in !
Gelukkig heb ik wel diploma B gehaald, 7 meter onder water na een sprong ipv een duik.
Je maakt het weer helemaal “van vandaag” met je verhaal. Ik neem maar een koffietje nu.
Goh ja, Kirsten de evavuatie… Ik herinner me het nog goed… Eerst hebben we mijn oma en opa (en hond) vanuit Dreumel (Land van Maas en Waal) naar Hedel geëvacueerd. Een dag later waren wij aan de beurt. De dag voor de evacuatie reed ik meerdere malen met mijn Puchje naar de Maasdijk, waar onder anderen dijkgraven de wacht hielden. Eén van hen hen was een kennis van mijn vader. Hij zag mij, liep naar me toe en vroeg mij aan mijn ouders door te geven dat we met grote waarschijnlijk geëvacueerd zouden worden. Mijn vader heeft toen meteen een vriend met een groot bedrijf ergens op de Rietvelden in Den Bosch gebeld. Binnen een paar uur stonder een er loei van een vrachtwagen en zes sterke mannen bij ons voor de deur. Weer een paar uur later waren huis en garage, op de zolder na, zo goed als leeg. Echt bizar om mee te maken. Die nacht werden we door middel van brieven en omroepwagens op de hoogte gehouden van de situatie. Ook teletekst stond non stop aan. Ik heb die nacht in een lege woonkamer op een luchtbed geslapen. Mijn ouders en mijn oma en opa lagen boven op alleen matrassen, die de volgende ochtend naar zolder zijn gebracht. Die ochtend heeft mijn vader de auto ingeladen en met de laatste waardevolle spullen en zijn mijn ouders, mijn oma en opa én twee honden naar kennissen in Noord Holland vertrokken. Een rit van -normaal gesproken- een dik uur, nu duurde het bijna 4 uur. Het was één grote file. Ik ben als laatste, uiteraard op mijn Puchje, naar Den Bosch gegaan. Die bewuste week ben ik iedere dag op mijn brommertje naar de Hedelse Brug getuft om de situatie met eigen ogen te aanschouwen. We zijn door het oog van de naald gekropen hoorden we later. De dijken bij de Tielerwaard hebben het maar net gehouden. Bij een dijkdoorbraak hadden waarschijnlijk ook de dijken bij de Maas het niet gehouden. En met de wetenschap dat de Bommelerwaard in een soort van kom ligt, waren de vooruitzichten dan erg slecht geweest.
Weer naar huis mogen was bijzonder. Ik was één van de eersten. Aan het viaduct bij het haventje hing een groot spandoek met daarop “Welkom Thuis”…. Ja, dat was toch wel een kippenvel-momentje…
Ik was een echte waterrat vroeger.
Mijn ouders hadden een caravan op de camping in Roggel.
Dus daar waren wij heel erg vaak, ook buiten het seizoen.
Ik ging dan heel graag in het 50 meter bad. Maar oei, wat was dat water koud. Dus ik zwom om warm te worden. Boven water, onder water, maakte mij niet uit.
Op een dag stond ik, ik zal een jaar of 10 geweest zijn, langs de kant in het zwembad een beetje voor me uit te staren. Ik had een flinke afstand onder water gezwommen en was net langs de kant weer naar boven gekomen.
En opeens een paniek rondom het zwembad, jongens wat een boel mensen. Wat kwamen die doen??!!
Toen bleek dat iemand mij het water in had zien gaan, maar niet meer eruit had zien komen!!!!
Die mensen kregen een appelflauwte toen ze me daar doodleuk in dat grote bad zagen staan.
Arme mensen.